De helft minder stikstofuitstoot uit koeienstallen. Dat verbluffende resultaat haalt een nieuwe technologie om magnesium aan mest toe te voegen. Nedmag en zijn partners zijn klaar om de innovatie breed uit te rollen.

Een lesje scheikunde: bind magnesium met ammoniak en fosfaat, en je krijgt struviet. Dat kristal houdt de stikstofmoleculen gevangen, zodat ze niet de lucht in vliegen. Samen met de Wageningen Universiteit doet Nedmag al jaren onderzoek naar de beste toepassing van deze vinding. In twee koeienstallen op de Dairy Campus in Leeuwarden is de gemeten stikstof inmiddels met de helft gereduceerd. Dat klinkt bijna als een wondermiddel in de stikstofdiscussie van vandaag. En dat is het misschien ook wel. Vooral ook omdat de technologie niet hightech is. Het is snel en eenvoudig beschikbaar te maken en in stallen te monteren. Simpel gezegd wordt een magnesiumoplossing regelmatig over de stalvloer gesproeid.

„Dit is een open innovatie, we betrekken er veel partijen bij. Onze eigen distributeur Farmin, universiteiten en onderzoeksinstellingen, installatiebedrijven, machinebouwers, IT-specialisten, leveranciers van meetapparatuur’’, vertelt Anko Vos. Hij is marktmanager landbouw bij Nedmag. „Zo moet het ook’’, zegt Nedmag-directeur Bert Jan Bruning. „Wij willen een zo groot mogelijke maatschappelijke impact hebben. Door samen te werken, brengen we de innovatie op de snelste manier in de praktijk. Dat is ook de reden dat de drie noordelijke provincies, het ministerie van LNV en de NOM meedoen.’’

Drie jaar werken ze nu aan de uitwerking van de vondst. Dat begon in een laboratorium met petrischaaltjes, ging verder in grote emmers en later in de proefstallen op de Dairy Campus. De scheikundige theorie staat vast: magnesium kan een verschil maken. Het gaat om de praktijk. Door verschillende manieren van bijmengen te testen, kwam het optimum steeds dichterbij. Vos: „We ontdekten dat we bij de verse mest moeten zijn. Daar ontstaat de ammoniak die je direct wilt binden.’’

‘De kaders moeten helder zijn. Zodra vaststaat dat deze innovatie kan en mag, gaan we uitrollen’

Geen rocket science

Het systeem dat nu verbazingwekkend goed werkt, maakt gebruik van een serie sproeiers in de wanden vlak boven de stalvloer. Via een computersysteem kan een boer zelf regelen hoe vaak gesproeid moet worden. „Dit is geen rocket science. Die systemen zijn al lang bekend in de sector. Het moet vooral laagdrempelig zijn.’’

Vandaag nog zou de groep bedrijven die betrokken zijn bij de open innovatie, de systemen in stallen kunnen installeren. Intussen gaat het onderzoek verder. Vos: „We kijken nu naar hoe we met iets minder magnesium dezelfde resultaten kunnen halen. We zijn ook buiten op het veld bij het uitrijden van mest bezig, met het vastleggen van ammoniak uit drijfmest in struviet. De eerste resultaten zijn meer dan hoopgevend.’’

Uiteraard besteden de onderzoekers uit Wageningen en Nedmag aandacht aan meer aspecten, zoals diergezondheid, natuur en milieu. „Alle seinen staan op groen”. Struviet is een erkende mestverrijker. Gras en graan groeien er beter van.

Om snel stappen te kunnen maken, moet de overheid duidelijkheid geven, vertelt Bruning. „De kaders moeten helder zijn. Zodra vaststaat dat deze innovatie kan en mag, gaan we uitrollen. Weet je wat raar is? In geen enkele stal wordt nu gemeten hoeveel uitstoot er plaats vindt. Dat is wel nodig om aan te tonen dat innovaties als de onze werken natuurlijk. Ik vind dat de overheid daarin een rol heeft.’’
Agrariërs moeten investeren in de technologie. Dat doen ze alleen als helder is dat die forse emissiereductie ze wat oplevert. En daar is de overheid weer aan zet. Vos: „Je kunt denken aan een systeem waarin beloond wordt op basis van de reële uitstoot. Ik kan me ook voorstellen dat er een subsidieregeling komt, omdat de effecten op het stikstofprobleem groot zijn.’’

Bert Jan Bruning: „Deze oplossing kan ervoor zorgen dat de natuur geholpen wordt, dat de bouwsector verder kan, misschien wel dat gedwongen uitkoop van boeren niet nodig is. Dat is maatschappelijke impact waar Nedmag graag aan bijdraagt.’’

Bron: https://zakenn.nl